Opheffing BKR registratie

Wat is het BKR

BKR staat voor Bureau Krediet Registratie. BKR is een stichting en heeft tot doel om consumenten te behoeden voor overkreditering en andere financiële problemen.

BKR heeft onder andere tot taak om het Centraal Krediet Informatiesysteem (CKI) bij te houden. In het Algemeen Reglement CKI is het proces volledig beschreven. Kredietverstrekkers zijn wettelijk verplicht (art. 4:32 Wft) om aan consumenten verstrekte kredieten te melden bij het BKR. Het CKI wordt door kredietverstekkers en andere financiële partijen geraadpleegd om te beoordelen of u kredietwaardig bent en wat uw betaalmoraal is.

Wat is een BKR registratie

Zolang u aan de betalingsverplichtingen voldoet is sprake van een positieve registratie. Komt u de betalingsverplichtingen niet na dan kan dit veranderen in een negatieve registratie. Er zijn verschillende negatieve coderingen die een kredietverstrekker moet laten registreren. De coderingen zijn te vinden op www.bkr.nl. In het kort: er zijn achterstandsmeldingen (A-code) en herstelmeldingen (H-code) en verschillende bijzonderheidscoderingen (1-5).

Hoe lang een melding in het CKI geregistreerd wordt hangt af van de melding. De belangrijkste:

  • Een positieve registratie blijft geregistreerd tot 5 jaar na de einddatum van de kredietovereenkomst.
  • Een negatieve achterstandsmelding (A-code) zonder daaropvolgende herstelmelding (H-code) wordt na 5 jaar ter beoordeling aan de kredietverstrekker voorgelegd. De kredietverstrekker zal dan moeten beoordelen of de A-code gehandhaafd blijft (of nummering wijzigt) of dat een H-code of einddatum volgt.
  • Een A-code gevolgd door een H-code wordt 5 jaar na de registratiedatum van de H-code verwijderd.

Niet alleen is de kredietverstrekker verplicht om melding te doen. De kredietverstrekker is ook verplicht om wijzigingen aan het BKR door te geven. In het Reglement zijn termijnen opgenomen waarbinnen de kredietverstrekker deze wijzigingen moet melden. In de praktijk worden deze termijnen regelmatig overschreden. Een kredietverstrekker zal de registratie moeten beëindigen als sprake is van:

  • Een onterechte registratie.
  • Een terechte registratie die na afweging disproportioneel blijkt te zijn.
  • Een uitspraak van de rechter of geschillencommissie.

De eis dat een registratie proportioneel moet zijn volgt uit de Wbp (Wet bescherming persoonsgegevens) en de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming). Het doel van de gegevensbewerking mag de belangen van de consument niet onevenredig raken.

Verschillende kredietverstrekkers hebben hun processen van melding en wijziging onvoldoende op orde en de deskundigheid van de kredietverstrekkers verschilt in grote mate. Het is verstandig om als u geregistreerd staat na te gaan welke coderingen in het CKI zijn opgenomen. U kunt een overzicht online bij het BKR aanvragen. Als u een achterstand heeft betaald, controleer dan of de kredietverstrekker de herstelmelding of einddatum heeft laten registreren.

Niet eens met BKR registratie

Er bestaan verschillende manieren om een registratie ongedaan te maken. Zie voor meer informatie ook www.bkr.nl.

Bezwaar maken

Als u het niet eens bent met een registratie maakt u eerst bezwaar bij de kredietverstrekker. De kredietverstrekker zal het bezwaar beoordelen en de registratie eventueel aanpassen.

Tip: ga in uw verzoek uitgebreid in op alle relevante feiten en belangen en benadruk het feit dat handhaving van de registratie disproportioneel is. Leg bewijs over dat u belang heeft bij de aanpassing. Bijvoorbeeld de afwijsbrief van een hypotheekverstrekker. Het BKR heeft een Handreiking Belangenafweging gepubliceerd. Hierin vindt u meer informatie over de manier waarop een belangenafweging plaatsvindt.

De uitspraken van de Geschillencommissie BKR worden gepubliceerd op www.bkr.nl. Ga in het register na of u een uitspraak kunt vinden die overeenkomt met uw situatie en voeg die uitspraak bij uw verzoek.

U mag van de kredietverstrekker verwachten dat hij zijn belangenafweging gemotiveerd met u deelt. Weigert de kredietverstrekker de belangenafweging te motiveren, dan kunt u ook wijzen op zijn verplichtingen uit hoofde van de Bankierseed (zie ook artikel Bankierseed). U kunt gebruik maken van de interne klachtenregeling van de kredietverstrekker om een gemotiveerd besluit af te dwingen.

Geschillencommissie BKR

Als de kredietverstrekker uw verzoek weigert, kunt u bezwaar maken bij de Geschillencommissie BKR. Op www.bkr.nl/geschillencommissie is de procedure beschreven. Zie ook het Reglement Geschillencommissie BKR. De kosten van de procedure zijn gering, € 50,- per registratie. U heeft geen advocaat nodig. De uitspraak is bindend voor alle partijen. Een nadeel is dat u niet in hoger beroep kunt.

De Geschillencommissie oordeelt volgens een vast stramien:

  1. Is sprake van terechte of onterechte registratie?
    – Is de registratie onterecht dan wordt deze geschrapt.
    – Is de registratie terecht, dan volgt een belangenafweging.
  2. Heeft de kredietverstrekker u voorafgaand aan de registratie gewaarschuwd? Als u niet bent gewaarschuwd dan is de registratie aantastbaar. U moet dan wel aantonen dat u de vordering zou hebben betaald als u was gewaarschuwd. Kunt u dat niet aantonen, dan kan de commissie de registratie als geldig aanmerken.
  3. Is de registratie proportioneel? De commissie weegt uw belang af tegen het belang van het doel van de registratie.
    – Heeft u belang bij de verwijdering van de registratie. Een belang is bijvoorbeeld de aanvraag van een nieuwe financiering.
    – Heeft u voldoende onderbouwd dat u geen (structurele) wanbetaler bent waartegen kredietverstrekkers of uzelf beschermd moeten worden.

Uit de uitspraken volgt dat voor een goede kans op een geslaagd beroep u schuldenvrij en financieel gezond moet zijn en dit aantoont. In die omstandigheden wordt het verzoek tot schrapping van de registratie regelmatig toegewezen. Als een deel van de vordering is afgeboekt of kwijtgescholden is de kans dat de registratie wordt geschrapt kleiner. De commissie laat dan regelmatig het belang van bescherming van kredietverstrekkers zwaarder wegen.

Een gemis in deze geschillenprocedure is dat een kredietverstrekker vrijwel straffeloos onjuiste registraties kan laten registreren, termijnen kan overschrijden en verzoeken tot schrapping van registraties onvoldoende gemotiveerd kan afwijzen. Komt de Geschillencommissie tot een ander oordeel dan is er – anders dan de aanpassing van de registratie – geen sanctie verbonden aan het handelen van de kredietverstrekker. Daarmee ontbreekt een duidelijke financiële prikkel bij de kredietverstrekkers om tot een correcte uitvoering van het Reglement en een proportionele afweging te komen. De kosten van de procedure komen voor uw eigen rekening, slechts in bijzondere gevallen wijst de Geschillencommissie een kostenvergoeding toe. In het kader van ‘equality of arms’ is dit niet uit te leggen.

Dat kan bij een procedure bij de voorzieningenrechter anders zijn. De kredietverstrekker loopt daarbij het risico om veroordeeld te worden tot betaling van uw proceskosten. Dit kan een reden zijn voor een kredietverstrekker om uw verzoek extra zorgvuldig te beoordelen.

Tip: In uw gemotiveerde verzoek aan de kredietverstrekker om de registratie te wijzigen, verzoekt u de kredietverstrekker bij zijn besluit om de belangenafweging schriftelijk gemotiveerd toe te lichten. U kunt de kredietverstrekker daarbij reeds aanzeggen dat u overweegt om bij afwijzing van het verzoek een procedure bij de voorzieningenrechter op te starten.

Voorzieningenrechter

Als u een spoedeisend belang heeft kunt u ook een kort geding starten bij de rechtbank. Daarvoor heeft u een advocaat nodig. U kunt de voorzieningenrechter vragen om de kredietverstrekker te veroordelen om de BKR-registratie of bijzonderheidscodering te laten verwijderen uit het CKI. Het is verstandig om hier een termijn en een dwangsom aan te verbinden, zodat de kredietverstrekker ook daadwerkelijk zijn verplichting nakomt.

Het voordeel van deze procedure is de zeer korte doorlooptijd en de deskundigheid van rechters. Het nadeel van deze procedure is de kosten die u moet maken. Het griffierecht voor consumenten bedraagt op dit moment € 293,- en daarboven komen de advocaatkosten. Wordt u in het gelijk gesteld dan zal de kredietverstrekker uw proceskosten moeten betalen. Wordt u in het ongelijk gesteld dan kan de rechter u veroordelen om de proceskosten van de kredietverstrekker te betalen.

Ter illustratie 2 recente uitspraken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl ):

Rechtbank Oost-Brabant, 28 januari 2019 (ECLI:NL:RBOBR:2019:484):

Een consument kwam zijn betalingsverplichtingen niet na en is naar het buitenland vertrokken zonder dit te melden. De kredietverstrekker heeft een A2-code (opeising) en A4-code (klant niet bereikbaar) laten registreren. Nadat de consument weer in NL is komen wonen heeft hij betalingsafspraken met de kredietverstrekker gemaakt en heeft hij zijn schuld volledig betaald. De consument is als ZZP-er werkzaam en door de registraties kan hij geen financiering verkrijgen en wordt hierdoor gehinderd in zijn werkzaamheden. Daarnaast wil hij een huis kopen. De kredietverstrekker weigerde het verzoek om de coderingen te verwijderen.

De voorzieningenrechter stelt vast dat de registraties terecht zijn. De looptijd van de registratie is nog 2 jaar. Na afweging van de belangen stelt de voorzieningenrechter vast dat de consument na terugkomst in NL zelf contact met de kredietverstrekker heeft opgenomen en zijn schuld heeft afgelost. Dat de consument nu schuldenvrij is en sprake is van een stabiele financiële situatie. In deze omstandigheden stelt de voorzieningenrechter vast dat de BKR-registratie niet nodig is om de consument te behoeden voor overkreditering en andere financiële problemen.

De kredietverstrekker is veroordeeld om binnen 14 dagen de registraties te verwijderen met een dwangsom van € 1.000,- per dag met een maximum van € 20.000,-. En de kredietverstrekker is veroordeeld om de proceskosten van € 1.164,- te betalen.

Rechtbank Midden-Nederland, 19 december 2018 (ECLI:NL:RBMNE:2018:6593):

De consument vordert dat de BKR registraties worden verwijderd omdat sprake is van onrechtmatige registraties door de kredietverstrekker en een onjuiste einddatum is opgenomen.

De consument had bij de aanvraag van het krediet (bewust) foutieve informatie verstrekt. Nadat het OM vanwege hypotheekfraude beslag heeft gelegd op de woning, heeft de kredietverstrekker het krediet in november 2013 opgeëist. De woning is in oktober 2014 executoriaal verkocht. De vordering van de kredietverstrekker is uit de opbrengst betaald. Het restant is aan het OM betaald. Begin 2015 heeft de kredietverstrekker nagekomen kosten in rekening gebracht. Die kosten zijn in april 2017 door de consument betaald. Op 28 april 2017 heeft de kredietverstrekker een einddatum in het CKI laten registeren. De registratie is tot juni 2022 zichtbaar.

De rechter stelt vast dat de registraties rechtmatig zijn en wijst de vordering tot schrapping af. Ook het verzoek tot aanpassen van de einddatum is afgewezen. De rechter stelt vast dat de laatste termijn in april 2017 is betaald en dat dit de einddatum is. De vordering wordt afgewezen en de consument wordt veroordeeld in de proceskosten van de kredietverstrekker van € 1.712,-.

In beide gevallen is sprake van niet-welwillende consumenten. De één verlaat het land zonder te betalen en de ander verstrekt onjuiste informatie bij het aangaan van de kredietovereenkomst. Uiteindelijk betalen ze beiden hun schulden. In het ene geval komt de rechter tot de afweging dat een voortdurende registratie disproportioneel is en in het andere geval niet. Uit de vonnissen is af te leiden dat in de 1e uitspraak de consument uitgebreid en feitelijk heeft aangevoerd waarom een langere registratie disproportioneel was. In het 2e geval is dat minder het geval. Zorg ervoor dat u bij dergelijke procedures uw belang bij beëindiging van de registratie zo feitelijk mogelijk onderbouwd.

Uit de uitspraken van de Geschillencommissie volgt een lijn dat de commissie het een consument zwaar aanrekent als hij zijn administratie niet op orde heeft of is verhuisd zonder dit te melden. De gevolgen daarvan komen vaak voor risico van de consument. De voorzieningenrechter lijkt vergevingsgezinder, zie bijvoorbeeld rechtbank Amsterdam: ECLI:NL:RBAMS:2018:8257 en ECLI:NL:RBAMS:2018:5142.

Conclusie

Het is niet eenvoudig vast te stellen of beter af bent bij de Geschillencommissie of bij de voorzieningenrechter. De voorzieningenrechter lijkt zich in bepaalde gevallen meer ruimte te veroorloven om registraties ongedaan te maken. De Geschillencommissie oordeelt meer langs een vaststaand stramien. Daartegenover staat dat de kosten bij de Geschillencommissie erg laag zijn. Bij de voorzieningenrechter loopt u het risico om bij een afwijzing in de proceskosten van de kredietverstrekker te worden veroordeeld.

Alternatieve financiers en BKR

Tegenwoordig zijn alternatieve financiers, zoals crowdfunding platforms, actief op de MKB-markt. Deze partijen hebben over het algemeen geen meldingsplicht bij het BKR. Dit komt omdat deze partijen een vrijstelling van de AFM hebben ontvangen.

Maakt dit verschil voor u uit? Ja, dat kan.

Stel, een crowdfund platform en een bank verstrekken allebei een zakelijke geldlening aan een bedrijf. De directeur staat borg voor een bedrag van € 50.000,-. Het bedrijf kan de financieringslasten niet meer betalen en de directeur wordt onder zijn borgstelling aangesproken. Die kan hij niet betalen. Het crowfund platform en de bank sluiten een betalingsregeling met de directeur. De bank is verplicht om melding te doen bij het BKR. Het crowdfund platform is niet bij het CKI aangesloten en maakt geen melding. Voor de directeur kan de BKR registratie, ook al voldoet hij keurig aan de betalingsregeling en kan hij de lasten goed dragen, verstrekkende gevolgen voor toekomstige kredietaanvragen hebben.

Tot slot

Bij een aantal kredietverstrekkers wordt het proces van BKR registraties aangescherpt. Dit kan betekenen dat een inhaalslag aan registraties of wijziging van coderingen plaatsvindt. Wordt u nu geconfronteerd met dergelijke meldingen dan is het zaak om vast te stellen of:

Sprake is van een terechte registratie of wijziging van de registratie.
De kredietverstrekker u voorafgaand aan de registratie heeft gewaarschuwd.
De kredietverstrekker een proportionele afweging heeft gemaakt en daarbij uw klantbelang in overweging heeft genomen.
De kredietverstrekker de juiste codering en/of de einddatum heeft opgenomen.

Het mag niet zo zijn dat u door het stilzitten van de kredietverstrekker wordt geconfronteerd met onterechte of disproportionele registraties of wijzigingen. Hiermee kan opnieuw de registratietermijn van 5 jaar gaan lopen.

mr. Arjen Zeilstra